Context
In maart 2016 deelden wij een uitnodiging van de Zeeuwse-Vlaamse politie om een enquête in te vullen inzake meldingsbereidheid bij de politie (zie dit bericht).
Deze enquête werd uitgevoerd in het kader van een afstudeeropdracht. Het doel van het onderzoek was:
- inzicht te krijgen in het bewustzijn van de Zeeuws-Vlaming omtrent verdachte situaties (m.n. op het gebied van woninginbraak) en
- de wijze waarop dit bewustzijn én de meldingsbereidheid van de inwoners van Zeeuws-Vlaanderen vergroot kan worden.
Conclusie in het kort
In het kort is de conclusie van het onderzoek dat:
- Zeeuws-Vlamingen gemotiveerd zijn om de politie te helpen en informatie te delen, de bereidheid tot melden is er.
- Echter, burgers weten niet wat (verdachte situatie), wanneer (direct bij constatering/vermoeden), en hoe (via 112) ze moeten melden.
(Conclusie in het lang vindt u na de aanbevelingen.)
Aanbevelingen
Aan de hand van deze conclusie zijn een aantal aanbevelingen gedaan. Een deel van deze aanbevelingen wordt op dit moment geïmplementeerd/in werking gezet. Het gaat daarbij om:
- Burgers alert maken op verdachte situaties. Het basisteam Zeeuws-Vlaanderen gaat in alle drie de gemeenten tenminste 1 keer ‘Boef in de Wijk’ organiseren. ‘Boef in de Wijk’ is een interactief spel waar burgers aan deel kunnen nemen. Er wordt daarbij een ‘boef’ losgelaten in de wijk en aan de burger te taak om deze boef te herkennen;
- Het zichtbaar/kenbaar maken van de wijkagenten. Wie is de wijkagent? Op 24 oktober 2016 was de burger in de gelegenheid om een uur lang via Facebook Messenger wijkagent Piet Brasser vragen te stellen. Men is voornemens om deze vragenuurtjes vaker in te plannen. Dit maakt de lijntjes met de burger korter;
- Op dit moment vind er in samenwerking met de gemeente een inventarisatie plaats van de WhatsApp-Groepen in de gemeente. Daarbij worden beheerder gevraagd of zij bereid zijn om berichten afkomstig van de gemeente, dan wel politie binnen hun groep te verspreiden;
- Het basisteam heeft reeds enkele filmpjes op haar Facebook-pagina geplaatst over een gedraaide dienst. Hierdoor krijgt de burger inzicht in het werk van de politie;
- Daarnaast zal het basisteam haar volgers op Facebook informeren over onderwerpen zoals:
- De capaciteit en de inzet van het politieteam Zeeuws-Vlaanderen
- De bereikbaarheid en communicatie met wijkagenten. Het voorstellen van de wijkagent. Wie is de Wijkagent (foto, werkgebied, bereikbaarheid)
- Wat is een verdachte situatie?
- Waar moet je wat melden? 112/0900-8844/online
- Waarom moeten burgers melden?
- Hoe wordt een melding afgehandeld (terugkoppeling)
- Hoe werkt WhatsApp Buurtpreventie en welke positie neemt de politie hierbij in?
Alle hiervoor genoemde maatregelen worden gecommuniceerd via Sociale Media. Uit het onderzoek is gebleken dat burgers het liefst/beste via dit medium geïnformeerd worden.
Conclusie in het lang
‘’Woninginbraken vormen een structureel maatschappelijk probleem dat continue aandacht vereist. Met name in de periode van de donkere dagen vinden meer woninginbraken plaats. Dit is ook het moment dat het basisteam haar aanpak hierop intensiveert en zoveel doet als in haar macht ligt om de woninginbraken in Zeeuws-Vlaanderen terug te dringen. Om de aanpak te versterken en de daling van het aantal inbraken de komende jaren voort te zetten, is het van belang dat het basisteam samenwerkt met gemeenten en woningbouwcoöperaties, maar met name met de burger om een duurzame oplossing mogelijk te maken. Burgers zijn de oren en de ogen van de wijk en kunnen daardoor wezenlijk bijdragen aan het terugdringen van het aantal (pogingen tot) woninginbraken.
De ideale situatie voor het basisteam is dat de burgers iedere verdachte situatie die zij waarnemen op de juiste wijze melden. Snelle meldingen door de burgers zorgen enerzijds voor een verhoging van de heterdaadkracht van het basisteam. Tijdige meldingen verhogen namelijk de mogelijkheid om snel en effectief te reageren en in bijzondere omstandigheden. Waar patronen herkend worden, kan het zelfs betekenen dat er op crimineel gedrag geanticipeerd kan worden. Anderzijds wordt door de toename van het aantal meldingen ook een meer feitelijk beeld gevormd van datgene wat zich op crimineel gebied afspeelt in Zeeuws-Vlaanderen.
Uit landelijk onderzoek blijkt echter dat slechts 1 op de 9 burgers een verdachte situatie doorgeeft aan de politie. Uit de enquêteresultaten is gebleken dat Zeeuws-Vlamingen die ervoor kiezen om geen melding te maken, dit doen omdat ze twijfelen aan de ernst van de situatie of de wijze waarop zij dit moeten melden. Dit laatste wordt bevestigd door diegenen die wel een melding hebben gemaakt. Deze meldingen zijn voornamelijk gemaakt via het nummer 0900-8844, terwijl dit via 112 zou moeten gebeuren. Het blijkt dat Zeeuws-Vlamingen zich niet bewust zijn van de verschillende functies van deze twee nummers.
Om het aantal meldingen te verhogen, moet bewustzijn en alertheid bij de burger bestaan. Alertheid vereist altijd voorkennis. Daarom moet de burger weten wat ze waar moeten melden en wat zij na het maken van deze meldingen kunnen verwachten. 71% van de Zeeuws-Vlamingen verwacht altijd terugkoppeling op de melding en 24% verwacht dit indien de melding waardevol was. Het lijkt dus gewenst om, ongeacht de aard van de melding, altijd terugkoppeling te leveren Daarbij gaat het niet zo zeer om de inhoud, maar om de communicatie an sich. Het draait om actieve wederkerigheid: de burger maakt een melding en verwacht van de politie dat zij laat zien dat deze serieus wordt opgepakt. Deze terugkoppeling kan gezien worden als waardering of beloning en kan mensen motiveren om in de toekomst opnieuw een verdachte situatie te melden.
Door het hoge aantal reacties op de enquête is het duidelijk dat inwoners wel gemotiveerd zijn om de politie te helpen en informatie te delen. De beste manier om Zeeuws-Vlamingen te motiveren, is dan ook het brengen van kennis en informatie omtrent het melden van verdachte situatie. Op basis van de enquêteresultaten lijkt dit het beste gedaan te worden middels (sociale) media en brief/flyers/posters. Door de informatievoorziening ook daadwerkelijk op deze manier te laten plaatsvinden, wordt in zekere zin voldaan aan de behoeften van de burger. Wanneer het basisteam laat zien dat zij iets doet met de input die zij heeft verkregen, zal er sprake zijn van actieve wederkerigheid en is de burger dus bereid om de politie (weer) (eerder) te helpen. Het brengt een cyclisch en daarmee duurzaam proces op gang.’’
Met dank aan Anne Lauret voor de terugkoppeling van het resultaat van het onderzoek en de student voor zijn/haar afstudeeropdracht.